• darkblurbg

    Welkom op onze website!

  • darkblurbg
  • darkblurbg

Visserslatijn

Ook leuke recepten en wijntips : 

https://visserslatijn.nl/visrecepten/index.php

  1. aan elke goede visser ontsnapt wel eens een aal (=iedereen maakt wel eens een foutje)
  2. achter het net vissen (=pech hebben, net een gelegenheid missen)
  3. de boot missen (=te laat zijn)
  4. de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
  5. grote vissen scheuren het net (=hooggeplaatste personen worden niet zo gemakkelijk gestraft)
  6. Het is gezond om in het vuur te pissen (=Het is goed om hevigheid te kalmeren)
  7. hij heeft een schollekop (vissenkop) (=hij heeft een boeventronie)
  8. hij praat visserslatijn (=hij blaast zijn prestaties op)
  9. Hij vangt vissen met zijn handen (=Hij profiteert van andermans werk)
  10. in troebel water is het goed vissen (=in tijden van onlust of oorlog kan men gemakkelijk voordelen halen)
  11. in zulk water vangt men zulke vissen (=van dat slag volk mag men dat verwachten)
  12. in zulke vijvers vangt men zulke vissen (=van dat slag volk mag men dat verwachten)
  13. met een gouden hengel vissen (=door bedrog zijn doel halen)
  14. met hem kun je gaan vissen (=een prettig persoon in de omgang)
  15. naar iets vissen (=iets trachten te achterhalen)
  16. tussen de mazen (van het net) vissen (=creatief te werk gaan)
  17. vissen hebben een goed leven (=het gelag niet betalen)
  18. vissenbloed hebben (=koudbloedig zijn, weinig gevoel hebben, niet gauw koud hebben)
  19. visserslatijn (=grootspraak)
  20. voor een vissers deur vissen (=vergeefse moeite doen)
  21. wie `s nachts gaat vissen moet overdag zijn netten drogen (=Wie te veel heeft gedronken is de volgende dag niets waard)
  • aan de vishaak bijten (=zich laten vangen, toehappen)
  • aan elke goede visser ontsnapt wel eens een aal (=iedereen maakt wel eens een foutje)
  • alle vis is geen bakvis (=niet alles is even dienstig (of handelbaar of lekker))
  • als de vis goedkoop is stinkt ze (=de herkomst ergens van is niet te vertrouwen)
  • als een vis op het droge (=iemand die zijn draai niet kan vinden of daar niet thuis hoort)
  • beter rapen aan eigen dis dan elders vlees of vis (=Oost West thuis best)
  • bezoek en vis blijven drie dagen fris (=je moet geen gasten te lang laten logeren want dan ga je je aan hun gewoonten ergeren)
  • boter bij de vis (=betaling bij de levering)
  • botten blijven platvis (=als je dom bent dan blijf je dat)
  • de boer eet vis als het spek op is (=Je moet tevreden zijn met wat je hebt)
  • de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
  • de vis aardt naar de zee (=je kunt wel zien waar hij vandaan komt)
  • de vis begint te stinken bij de kop (=het loopt het eerst mis bij de leiding)
  • de vis is de boet niet weerd (=het sop is de kool niet waard)
  • de vis wordt duur betaald (=het vergt veel opoffering ( je moet er wat voor over hebben) om te krijgen wat je wilt)
  • die is vis (=die is dronken)
  • droge stokvis (=een houterig iemand)
  • een goeie vis moet drie keer zwemmen (=in het water, in de boter of kookvocht en in de wijn)
  • een klein visje een zoet visje (=een klein voordeel of winstje dat met weinig moeite is verkregen)
  • een spiering is vis als er anders niet is (=als je honger hebt, ben je niet kieskeurig / bij gebrek aan beter)
  • een visje uitgooien (=proberen of ergens belangstelling voor bestaat)
  • een visje verschalken (=een kleinigheid meepikken)
  • een vrouw zonder man is als een vis zonder fiets (=feministische uitspraak)
  • Eet vis, als er vis is. (=Een gunstige gelegenheid moet men niet ongebruikt laten voorbijgaan.)
  • geef een man een vis dan heeft hij die dag te eten (=je kunt iemand beter leren vissen dan heeft hij z`n leven lang vis te eten)
  • grote vissen scheuren het net (=hooggeplaatste personen worden niet zo gemakkelijk gestraft)
  • het is alle dagen visdag maar geen vangdag (=als de buit of vangst tegen valt)
  • het is vlees noch vis (=het is niet bruikbaar, omdat het niet duidelijk is)
  • hij droomt van schol hij eet graag platvis (=hij verwacht te veel)
  • hij gaat de visjes voeren (=hij is zeeziek en moet overgeven)
  • hij heeft een schollekop (vissenkop) (=hij heeft een boeventronie)
  • hij heeft het gelijk van de vismarkt (=iemand die (altijd) probeert men een grote mond zijn gelijk te krijgen)
  • hij heeft met een zilveren (of gouden) hengel gevist (=die heeft vis gekocht in plaats van gevangen. Ook: met bedrog zijn doel bereiken)
  • hij heeft schelvisogen hij kijkt als een schelvis (=hij kijkt je lodderig, dom of onbetrouwbaar aan)
  • hij kan zwemmen als een vis (=iemand die zeer goed kan zwemmen)
  • hij kijkt als Jonas in de walvis (=hij zit benauwd te kijken)
  • hij praat visserslatijn (=hij blaast zijn prestaties op)
  • hij snakt ernaar als een vis naar water (=ergens hevig naar verlangen)
  • Hij vangt vissen met zijn handen (=Hij profiteert van andermans werk)
  • hij vist in troebel water (=hij is een profiteur)
  • hoe meer vis, hoe droever water (=als er meer mensen komen valt er minder te verdelen (erfenissen))
  • ieder vist op zijn getij (=iedereen maakt gebruik van het geschikte ogenblik)
  • iedereen wat van de stokvis (=eerlijk delen)
  • iemand uitmaken voor rotte vis (=iemand uitschelden voor alles wat mooi en lelijk is)
  • ik maak een platvis van je (=iemand dreigen in elkaar te slaan)
  • in troebel water is het goed vissen (=in tijden van onlust of oorlog kan men gemakkelijk voordelen halen)
  • in zulk water vangt men zulke vissen (=van dat slag volk mag men dat verwachten)

 

Contact

Vispaleis ’t Geveltje
Meeuwenlaan 76
Tegenover Dirk van den Broek
1201 JK Amsterdam
+31650656060
( Telefonisch bereikbaar
op ma/ zat tussen 09:00u en 18:00u )

info@vispaleistgeveltje.nl

 

Social media